Partijen zijn broers. Zij hadden beiden een niet-opeisbare vordering uit hoofde van de nalatenschap van vader. Een vordering die moeder moest voldoen. De vordering van gedaagde was al ruim voor moeders overlijden volledig voldaan, die van eiser niet. Moeder schonk daarnaast bedragen aan gedaagde en stelde haar vermogen op diens naam.

Eiser vernietigt buiten rechte de betaling(en) aan zijn broer en hij stelt dat moeder en zijn broer paulianeus en onrechtmatig handelden waardoor hij is benadeeld in zijn verhaalsmogelijkheden. Moeder overlijdt hangende de procedure en de in haar nalatenschap benoemde vereffenaar neemt het geding over. De vereffenaar sluit zich aan bij de stellingen van eiser voor wat betreft de vermogensverschuivingen tussen moeder en gedaagde. De rechtbank wijst de vorderingen van eiser toe omdat aan alle vereisten van paulianeus en onrechtmatig handelen is voldaan.

Zie hier voor de link.